Ga naar de inhoud

Het verhaal

DE FAMILIE HORNEMANN

De familie Hornemann, woonachtig op de Staringstraat 29 te Eindhoven, bestond uit vader Flip, moeder Bets en hun zonen Eduard (Edo) en Alexander (Lex). Een normaal Eindhovens gezin zoals zo vele, het enige verschil was dat zij van Joodse afkomst waren. Tot voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was er ogenschijnlijk niets aan de hand, maar al snel kwamen er geruchten dat de sfeer voor de Joden in Duitsland grimmiger werd. Ze mochten niet meer naar de bioscoop of naar parken en moesten achter in de bus zitten. De geruchten werden steeds heftiger en ook in Nederland veranderde de sfeer snel. In 1942 moest iedereen van Joodse afkomst een gele ster dragen.

Zo ook de familie Hornemann. Kort daarna werden ze uit hun huis gezet, omdat er iemand van de NSB moest gaan wonen. Niet veel later werd Flip naar Kamp Vught gedeporteerd. Bets en haar familie gingen met de kinderen in onderduik in Aarle-Rixtel. Na veel wikken en wegen ging ze met haar zoons “vrijwillig” naar Kamp Vught, waar ze door Philips beschermd zou worden. Na 9 maanden Vught, alwaar zij Flip maar één keer gezien hebben, werden zij via Kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Moeder Bets kwam door buiktyfus om het leven en vader Flip moest bij -10 graden op transport. Hij overleed in de trein door kou en ondervoeding.

EDO EN LEX

Edo en Lexje bleven alleen achter in Auschwitz. Er werd hun een beter verblijf beloofd, een barak waar het warm was en ze iets beter te eten kregen. Ze mochten zelfs weg uit Auschwitz, naar concentratiekamp Neuengamme in de buurt van Hamburg. Edo en Lexje werden daar samen met 18 andere kindjes apart gezet in een barak. Hier werden gruwelijke medische proeven met de kindjes gedaan. Ze werden met de dag zieker en zieker. Eindhoven was toen al een halfjaar bevrijd en vierde feest.

Op 20 april 1945, aan de vooravond van de bevrijding, gaf Hitler (op zijn verjaardag) de opdracht om alle sporen van de gruwelijkheden te wissen. Edo en Lexje moesten samen met de andere 18 kindjes op een vrachtwagen naar een verlaten school in Hamburg. In de school aan de Bullenhuser Dam zijn de 20 kindjes door ophanging om het leven gebracht en in Neuengamme verbrand.